KlimaatsVerandering -
Geschiedenis
Naar schatting ontstond de aarde ongeveer 4600
miljoen jaar geleden. De eerste sedimentaire gesteenten ontstonden z’on ongeveer
3700 miljoen jaar geleden. Dit tijdperk wordt ook wel Precambrium genoemd, toen
het klimaat ongeveer 10 graden warmer is dan nu. De Algen (de eerste levens
vormen), verschenen z’on 3500 miljoen jaar geleden, maar uit hun fossielen
blijkt maar weinig van klimaatveranderingen. Tussen ongeveer 2700 en 1800
miljoen jaar geleden waren op veel plaatsen ijskappen en gletjers. Het Laat
precambrium begon ongeveer 1000 miljoen jaar geleden en telde 3 afzonderlijke
ijstijden die elk z’on ongeveer 100 miljoen jaar duurden. Van deze ijstijden is
niet veel bekend over, hoe wijd verspreid zij waren, maar het waren wel
belangrijke klimaatsveranderingen.
Na het Precambrium werd het duidelijk warmer en het
bleef ook de volgende 300 miljoen jaar erg warm. Dit tijdperk stond bekend als
het Paleozoicum, van 570 tot 245 miljoen jaar geleden. In de rotsen van de
Sahara zijn aanwijzingen te vinden voor een korte ijstijd van ongeveer 450
miljoen jaar geleden. In de volgende periode, het Carboon, ging de temperatuur
weer omlaag. Er was een lange permo-carbonische ijstijd van
330 tot 245 miljoen jaar geleden. Deze periode viel samen met het ontstaan van
het supercontinent Pangea. Dit was een lang uitgestrekt continent dat ging van
pool tot pool. Tijdens het Mesozoicum van 245 tot 65 miljoen jaar geleden
viel Pangea uiteen in twee enorme landmassa's. Het
klimaat was er over het algemeen warm, met betrekkelijk weinig verschil in
temperatuur tussen de polen en de tropen. Dit was het tijdperk van de
dinosauriërs. Er zijn aanwijzingen voor enige schommelingen in het klimaat
gedurende dit tijdperk. Aan het eind was er misschien een plotselinge, korte
afkoeling die vrijwel samenviel met het uitsterven van de dinosauriërs.
Toen kwam er een periode, het Kenozoicum, deze periode beslaat de laatste 65 miljoen jaar van de geschiedenis van de klimaatsveranderingen. De aarde koelde wat af, maar niet de gehele tijd was dit zo. Er waren zeker stabiele perioden, die onderbroken werden door een snellere afkoeling ongeveer van 50 tot 38 miljoen jaar geleden. De aarde koelden verder nog af ongeveer van 38 tot 15 miljoen jaar geleden. Dit leidde tot de vorming van berg-gletsjers op het noordelijk halfrond van de Antarctische ijskap. In de tweede periode van het Kenozoicum is het Kwartair, dat 1,6 miljoen jaar gelden begon en dit liep door tot het heden.
Deze periode begon in het Pleistoceen, dat zeven ijstijden telde, waarbij op het hoogtepunt 32% van de aarde bedekt was met ijs. Deze ijstijden traden ruwweg elke 100.000 jaar op en werden onderbroken door kortere, warme interglaciale perioden. De meest recente ijstijd bereikte zijn hoogtepunt ongeveer 18.000 jaar geleden. IJskappen van soms wel 3 km dik bedekken heel Noord-Amerika en heel Scandinavië. Ze strekten zich uit tot halverwege Engeland en de Oeral. Op het zuidelijk halfrond waren een groot deel van Nieuw-Zeeland en Argentinië me ijs bedekt. Ook de Snowy Mountains in Australië en de Drakensbergen in Zuid-Afrika waren bedekt met ijs. Maar ongeveer 12.000 jaar geleden begon er een opvallende opwarming en 7.000 jaar geleden waren de Noord-Amerikaanse en Scandinavische ijskappen gesmolten. De zeespiegel steeg en de kustlijnen van de continenten kregen geleidelijk hun huidige vorm. Wij leven nu in het Holoceen, een warme periode die 10.000 jaar geleden begon. Maar het is heel goed mogelijk dat we alleen in een interglaciale periode leven die uitloopt op een ijstijd.